Het project Hulp Online Geweld van het Centre of Expertise Veiligheid en Veerkracht van Avans Hogeschool en Slachtofferhulp Nederland heeft tot doel om de behoeften en de hulp aan jongeren die slachtoffer worden van online bedreiging en intimidatie inzichtelijker te maken en de toegankelijkheid van het hulpaanbod te versterken. Er is een enquête afgenomen onder 120 studenten en alumni van het AvansPanel (61% vrouw, 38% man) over online geweld en hulp in het kader van het project. De meeste respondenten (92%) zijn tussen de 16 en 24 jaar oud, een aantal van hen is boven de 25 jaar (8%). Wat kwam er uit de enquête?
Online gedrag en ervaringen met online geweld
De meeste respondenten (74%) brengen gemiddeld tussen de 2 en 4 uur per dag door op social media. Bij 18% loopt dit op tot meer dan 5 uur per dag. Whatsapp is het populairste medium (98% maakt hier gebruik van). Opvallend is dat bijna de helft wel eens ongewenste seksueel getinte beelden heeft ontvangen (46%). Ook online pesten (25%), online bedreiging en intimidatie (21%) en online stalking (21%) raakt een aanzienlijk deel van hen. Slachtoffers van het ontvangen van seksueel getint beeldmateriaal zijn vaker vrouw (84%) dan man (16%). Ook van de personen die aangeven online stalking te hebben meegemaakt, is 80% vrouw. Daar staat tegenover dat personen die te maken hebben met (bedreiging m.b.t.) ongewenste verspreiding van naaktfoto’s of -filmpjes vaker man (63%) zijn. In de meeste situaties vond het geweld enkel online plaats, met pesten als uitzondering: hierbij was er in 47% van de gevallen ook sprake van offline geweld. 44% is wel eens getuige geweest van online geweld of daarover door een ander in vertrouwen genomen.
Impact en behoeften
Online geweld kan ingrijpende gevolgen hebben. Ter illustratie: deelnemers die online bedreiging en intimidatie meemaakten voelen zich minder veilig (56%), hebben minder vertrouwen in anderen (48%), ervaren slaapproblemen (32%) en depressieve en/of stress gerelateerde klachten (32%). Ook had een deel van hen last van schaamte (28%), zelfverwijt en schuldgevoelens (24%). Bijna een kwart rapporteerde angst- en/of paniekaanvallen (24%). Ook voelde 20% zich uitgesloten of buitengesloten. Zij hebben verschillende hulpbehoeften. Een deel van de jongeren die online bedreiging en intimidatie meemaakten had na het voorval geen behoefte aan informatie of hulp (32%), een ander deel gaf aan zich weer veilig te willen voelen (32%), te willen dat het geweld stopt (28%) of de behoefte te hebben erover te praten (20%), rust te willen en beter te willen slapen (16%) of informatie te willen ontvangen over het doen van aangifte (16%).
Weinig bekendheid met hulp
De jongeren zijn weinig bekend met het hulpaanbod. 79% van de respondenten weet geen organisaties te noemen die informatie en/of hulp bieden aan slachtoffers van online geweld. Met name na het meemaken van online discriminatie, online stalking en de (dreiging van) verspreiding van naaktfoto’s of filmpjes zonder toestemming gaat meer dan 80% ook niet op zoek naar informatie. Bij het ontvangen van ongewenste seksueel getinte afbeeldingen betreft dit zelfs 91%, bij online bedreiging 72%. Opvallend is dat bij online pesten 40% wél op zoek gaat naar informatie. Respondenten geven voor het al dan niet zoeken verschillende redenen aan. Wanneer dit gekoppeld wordt aan de gevolgen van het online geweld, valt op dat met name deelnemers die schaamte ervaren vaak niet op zoek gaan naar informatie (76%), terwijl zij dit minder vaak zelf aangeven als reden waarom ze geen informatie hebben gezocht.
Als jongeren hulp zochten en ontvingen, kwam dit vaak uit informele bronnen (familie of vrienden) of iemand op school. Over de hulp van familie is 80% tevreden of zeer tevreden. Ook over de hulp van vrienden is 82% tevreden of heel tevreden. Over hulp van iemand op school is 50% tevreden of heel tevreden, 25% neutraal, 19% ontevreden en 1 respondent (6%) heel ontevreden. Dit wijst op extra aandachtspunten om de geleverde hulp vanuit de school te verbeteren. Slechts 7 deelnemers konden inzicht geven in hun ervaringen met de verschillende hulporganisaties, 4 gingen in op hun ervaringen met Slachtofferhulp Nederland.
Kansen voor versterking toegang tot hulpaanbod
Jongeren ontvangen graag meer informatie over online geweld en het hulpaanbod via social media (43%) en lessen op school (38%). Ook informatieve video’s op sociale media (29%), een website over ‘hulp online geweld’ (28%) of een online platform met ervaringsverhalen (25%) bieden mogelijkheden. Een kwart geeft de voorkeur aan flyers of posters. Contact met hulporganisaties verloopt bij voorkeur via chat (61%) of Whatsapp (47%), terwijl bij het ontvangen van hulp een persoonlijk gesprek met een professional de voorkeur heeft (72%).
Doorwerking
De onderzoekers van het project Hulp Online Geweld gaan in de komende periode aan de slag met de doorwerking van de onderzoeksuitkomsten. Het doel is om tools te ontwikkelen waarmee het bewustzijn van jongeren over online geweld en de toegankelijkheid van het hulpaanbod worden vergroot, bijvoorbeeld via het delen van ervaringsverhalen. De te ontwikkelen tools worden in de komende periode in samenspraak met studenten bepaald.
Conclusie
Online geweld komt veel voor onder jongeren, met name ongewenste seksuele beelden, online pesten en online intimidatie en bedreiging. Dit heeft vaak een grote impact: bij online bedreiging en intimidatie voelt zeker de helft van de respondenten zich minder veilig na het voorval, neemt het vertrouwen in anderen af en heeft een derde last van slaapproblemen en depressieve en/of stress gerelateerde klachten. Jongeren hebben uiteenlopende hulpbehoeften, zoals zich weer veilig willen voelen of het geweld willen stoppen. Bijna 80% kent geen organisaties die hulp bieden. Jongeren geven aan dat het onderwerp het beste kan worden gepromoot via social media, colleges, video's, een website of posters om de toegang tot hulp te verbeteren.